Doorgaan naar artikel
Waar komen aronskelken vandaan?

Waar komen aronskelken vandaan?

De Zantedeschia, ook wel bekend als aronskelk of calla lelie, bestaat uit knolachtige wortelstokken (rhizomen). Deze plant kent meerdere soorten met een grote verscheidenheid aan kleuren.

Aronskelken komen van nature voor in vochtige bodems, moerassen of aan de oevers van meren in het zuiden van Oost-Afrika. Ze worden wereldwijd gekweekt vanwege hun opvallende bloeiwijzen.

De elliottiana-groep heeft grote, brede bladeren, vaak met spikkels. De bloeiwijze bestaat uit een geel gekleurde schutblad (spatha) en een gele bloeikolf (spadix).

De rehmannii-groep heeft smalle, lansvormige donkergroene bladeren, met bloemen in wit, roze of donkerpaars, rondom een gele spadix.

De bekendste soort is Zantedeschia aethiopica, met grote witte bloemen — vaak gebruikt als kamerplant. Deze soort is gevoelig voor vorst, maar er bestaan ook winterharde cultivars.

Let op: alle aronskelken houden van veel water.

“Calla’s zijn al lange tijd favoriet bij bloemisten vanwege hun stevigheid en beeldhouwwerkachtige vorm, die structuur geeft aan een bloemstuk.”


Kenmerken van de aronskelk

Aronskelken zijn geliefd vanwege hun wasachtige bloemen, meestal puur wit met een opvallende gele spadix. De bladeren zijn pijl- of hartvormig en diep donkergroen. De plant kan meer dan 1 meter hoog worden.

Sommige soorten kunnen alleen in een kas of serre groeien, maar veel Zantedeschia's doen het ook goed in een beschutte tuin.

Ze houden van een vochtige plek met veenrijke grond, wat zorgt voor een uitbundige bloei.

“Puur witte bloemen en decoratief blad kenmerken de aronskelk, die relatief makkelijk te kweken is onder diverse omstandigheden.”


Groeiomstandigheden

Standplaats: Volle zon tot schaduw
Liever beschut tegen wind
Vochtige, humusrijke bodem is essentieel — bijv. langs een vijver of in een natte border

Calla’s doen het bijzonder goed langs het water, waar de grond vaak vochtig en rijk is aan organisch materiaal.


Aronskelken planten

Planttijd: In het voorjaar, april
Plantdiepte: 15 cm diep
Afstand: 45 cm tussen elke plant

Zantedeschia groeit het best als je in droge periodes zorgt voor voldoende vocht in de bodem. Dit stimuleert de wortelontwikkeling én de bloei.

Zodra de bloemen volledig geopend zijn, kun je ze afsnijden voor in een vaas — ze blijven lang mooi!